Correcte spelling: overbodig of toch wel belangrijk?

4 februari

Reindert Brongers is tegenlezer bij Emma Handson. Reindert vindt het, net als zijn collega’s, belangrijk dat alle notulen, rapporten en andere teksten die Emma Handson verlaten, in perfect Nederlands zijn. In deze blog benadrukt hij het belang van correcte spelling.

Was het nou pannenkoek of pannekoek? De notulisten en tegenlezers van Emma Handson zetten zich dagelijks in om teksten af te leveren in een correcte spelling en grammatica. Professioneel en nauwgezet. Om hierin uniform en zonder misverstanden te kunnen werken, houden wij ons aan de regels van Het Groene Boekje. Hierin is de Nederlandse spelling, zoals bij wet bepaald in september 2005, vastgelegd.

Dat niet iedereen het met die regels eens is, bleek wel uit het feit dat een aantal landelijke dagbladen, zoals de Volkskrant en NRC Handelsblad, weigeren zich eraan te houden. Hetzelfde geldt voor de NOS. Ook enkele schrijvers, zoals Maarten ’t Hart en Connie Palmen, verzetten zich ertegen. Het duurde niet lang voordat het Genootschap Onze Taal met de Spellingwijzer Onze Taal voor de dag kwam. Dat resulteerde in 2006 in Het Witte Boekje. En zo zitten we dus met twee geboekstaafde spellingwijzers.


Fonetisch

Discussies over spelling zijn van alle tijden en hebben niet zelden geleid tot aanpassingen. Het Middelnederlands (van 1200 tot 1500) is voor ons nu een buitenlandse taal. Veelgehoorde geluiden over de Nederlandse spelling zijn dat deze “ingewikkeld” en “onlogisch” zou zijn. Sommigen pleiten zelfs voor een fonetisch schrift. Dan hoef je je nooit meer af te vragen of het een d of t is of een “ei” of “ij”. Anderen wijzen erop dat het geschreven woord steeds minder belangrijk wordt met de opkomst van robotisering die op allerlei terreinen ons leven gaat beïnvloeden. Inspreken wordt straks de norm – denk aan je smartphone en auto met slimme boordcomputer die je met je stem bedient. Ten slotte is er de groep die vindt dat het Nederlands helemaal kan worden vervangen door het Engels.


Veelvoorkomende taalfouten

Veelvoorkomende taalfouten, hoe zit het ook alweer? Wat we vaak door elkaar halen, zijn de aanwijzende voornaamwoorden “dat” en “deze”. “U ontvangt een arbeidsongeschiktheidspensioen. De gegevens waarop deze gebaseerd is, zijn onjuist”, staat in een brief van een pensioenfonds. Omdat pensioen een onzijdig woord is, waaraan het lidwoord “het” voorafgaat, had hier moeten staan: “De gegevens waarop dit gebaseerd is.” Was er in de brief geschreven: “U ontvangt een uitkering…”, dan zou “deze” wel correct zijn geweest, omdat uitkering vrouwelijk is. (Alle Nederlandse woorden die eindigen op –ing zijn vrouwelijk.)

Ach ja, wat zou het? Van bovenstaande voorbeelden kun je nog zeggen: iedereen begrijpt toch wat je bedoelt? Het wordt echter anders als door een spel- of taalfout de betekenis van een woord of zin verandert. Neem de eerder genoemde klinkers ei en ij. Klassiek voorbeeld: leiden en lijden. Opiniepeiler Maurice de Hond pleitte in 2016 ervoor om de tweeklank “ei” af te schaffen en dus een woord als “zeilen” te spellen als “zijlen”. In het verlengde daarvan wees hij op de ontwikkelingen op het gebied van spraakherkenning. “De kans is trouwens heel groot dat in 2030 we vooral tegen onze apparaten praten a la Siri nu, en dan hoort het apparaat het verschil tussen “peilingen” en “pijlingen” zowiezo niet”, schreef hij op Joop.nl . Kennelijk hanteert De Hond nu al zijn eigen spellingregels.


Het belang van het geschreven woord

Maar heeft hij een punt? Het is waar dat de pen plaatsmaakt voor het toetsenbord waarmee je kunt knippen en plakken, kinderen van 10 al meer van een smartphone weten dan hun ouders en grootouders, en apparaten je stem, vingerafdruk of oog herkennen. Het geschreven woord verliest terrein en daarmee de beheersing van een juiste spelling.

Toch is versimpeling niet altijd de oplossing. Een Zeeuw praat anders dan een Fries, een bewoner van de Haagse Schilderswijk anders dan iemand uit Wassenaar-Zuid en een Limburger anders dan een Brabander. Zowel in gebruik van klinkers als medeklinkers. Deze diversiteit botst met alles wat in de richting gaat van één fonetische Nederlandse spelling. Er zouden tientallen spellingvarianten ontstaan. Het Groene Boekje hanteert daarom de standaarduitspraak: “We spellen dus niet srijfer of schraaiver, maar schrijver.” Eén spelling die iedereen kan lezen.

Omgekeerd kan het ook: waar tot 1995 nog het fonetische “kado” mocht worden geschreven, is dat weer teruggezet naar “cadeau”. “Lokatie” werd weer “locatie”. Op het blog Taleidoscoop vind ik een leuk weetje: “In sommige gevallen is in 1995 juist gekozen om de k-spelling als norm te hanteren, zoals bij kroket (en niet “croquet”), kopie (en niet “copie”) en elektrisch (in plaats van electrisch).” En wat te doen met leenwoorden? Wordt het straks “bisniskees” en “antrekoot”?


Digitalisering

Schaf je het verschil tussen “ei” en “ij” af of ga je nog verder in de richting van een fonetische spelling, dan wordt alle bestaande geschreven tekst al snel onbegrijpelijk voor toekomstige generaties. Zoals voor ons het Middelnederlands onbegrijpelijk is geworden. Alle archieven, (digitale) bibliotheken en encyclopedieën worden ontoegankelijk, terwijl ze nu juist bedoeld zijn om kennis te bewaren en door te geven.

Extra complicerende factor: het aantal opgeslagen teksten is als gevolg van boekdrukkunst, fotokopiëren en digitalisering miljoenen keren zo groot als bewaard gebleven teksten uit de late Middeleeuwen. Ga die maar eens omzetten in fonetisch Nederlands. En etymologen zouden voor mysteries komen te staan bij woorden als “douwnloden” en “fotui”.

Steeds meer vergaderingen worden gehouden in het Engels, de voertaal in het internationale zakenleven. Daar zitten haken en ogen aan (beheerst elke deelnemer de taal even goed?) maar de ontwikkeling is onvermijdelijk en begrijpelijk. Emma Handson is daar klaar voor. Tegelijk mag duidelijk zijn dat bij een vervanging van het Nederlands door het Engels eerder genoemde kennisbronnen binnen korte tijd nog maar voor een handjevol geleerden toegankelijk zouden zijn. Daarom bewaken onze Emma’s de Nederlandse taal met liefde. En is het zo gek nog niet dat deze is vastgelegd in Het Groene Boekje.

Emma Handson denkt ook graag creatief met jou mee. Waarmee ben jij geholpen? Laat het ons weten, dit kan door te bellen naar (073) 747 00 54, onderstaande informatieaanvraag in te vullen of te mailen naar info@emmahandson.nl. We gaan graag de samenwerking met je aan!

Benieuwd naar wat we allemaal voor jou kunnen betekenen?