Autisme op de werkvloer
28 maart
Iedereen is anders, dus ook mensen met autisme. Marije studeerde Nederlandse taal en cultuur en werkt sinds vijf jaar bij Emma Handson als notulist en tekstcorrector. Pas toen ze 25 jaar was en hier al werkte, kreeg ze de diagnose autisme. Wat betekent dat voor haar en voor de mensen met wie ze werkt? Marije geeft uitleg en tips vanuit haar eigen ervaring.
Allereerst: waar praten we over? Wat is autisme eigenlijk?
“Autisme is een spectrum en dat maakt het gelijk lastig, omdat autisme zich bij iedereen anders uit. Vaak zien mensen dat spectrum onterecht als een horizontale lijn, van een beetje autistisch tot zwaar autistisch, maar zo werkt het niet. Het is meer een webdiagram met allemaal taartpunten die voor de verschillende kenmerken staan. De een heeft meer last van het een, de ander weer van iets anders. Voor mij geldt bijvoorbeeld dat ik het lastig vind om sociale interactie te interpreteren. Ik neem dingen vaak letterlijk en begrijp niet altijd wat er wordt bedoeld. Grapjes van anderen interpreteren, is dan bijvoorbeeld lastig. Of mensen denken dat ik een grapje maak, terwijl ik een oprechte vraag stel, omdat ik niet begrijp wat ze willen zeggen.”
En hoe benoem je het goed? Ben je autist of heb je autisme?
“Ik zeg altijd dat ik autist ben, net zoals ik ook Nederlander en vrouw ben. Bij die laatste twee termen weet iedereen dat als ik dat zeg, ik veel meer ben dan alleen dat. Zo zou het ook met autisme moeten zijn. Voor mij is het weliswaar allesbepalend, maar natuurlijk ben ik niet alleen autist. Ook dit is trouwens heel persoonlijk. Andere autisten hebben het liever over ‘ik heb autisme’. Dat mogen zij natuurlijk voor zichzelf bepalen.”
Jij kreeg de diagnose toen je 25 was. Weet je hoe dat komt?
“Het is een feit dat autisme bij vrouwen vaak later wordt herkend, omdat zij niet passen in het klassieke beeld van ‘de onaangepaste man die alles weet over wiskunde’. Mensen zeiden vaak tegen mij: ‘Marije is zo sociaal, die kan geen autisme hebben.’ Mensen gaven aan dat ik ze zo goed aanvoelde, omdat ik altijd zo attent was om een bericht te sturen en te vragen naar waar we het de laatste keer over hadden gehad. In werkelijkheid hield ik in mijn hoofd een hele administratie bij om te voldoen aan wat ik heb geleerd over sociaal gedrag. Dus om de paar dagen iets van je laten horen, omdat dat hoort bij een vriendschap. Dit betekent trouwens niet dat ik niet sociaal ben. Als ik niet sociaal was geweest, had ik namelijk niet de moeite genomen deze dingen te doen. Wel weet ik nu dat een vriendschap ook goed kan zijn als er langere tijd tussen contactmomenten zit.”
Kun je nog een voorbeeld geven van waar jij tegenaan loopt?
“Ik weet dat ik oogcontact moet maken als ik met iemand praat. Dat vind ik niet erg, maar het is geen natuurlijk proces voor mij. Als ik bijvoorbeeld met iemand ga wandelen en naast diegene loop, ben ik mij continu aan het afvragen wanneer ik die ander nu moet aankijken, hoe lang en hoe vaak. Dat geldt ook voor andere sociale conventies. Het contact met andere mensen kost mij, naast dat het mij veel oplevert, heel veel energie, omdat ik continu aan het analyseren ben wat mensen van mij verwachten en ik me daarop probeer aan te passen. Bij mensen die ik langer en beter ken, kan ik deze verwachtingen gelukkig een stuk beter loslaten.”
Hoe gaat dat dan op het werk?
“Daar geldt eigenlijk hetzelfde. Als ik op kantoor binnenkom en mensen zitten in gesprek, weet ik niet of ik ze moet groeten of dat ik hun gesprek daarmee stoor. En dat is maar een klein voorbeeld. Gelukkig hoef ik mij bij mijn naaste collega’s niet continu aan te passen en kan ik bij Emma Handson veel thuiswerken. Thuis hoef ik over dat soort dingen niet na te denken. Ik was ook heel blij toen in coronatijd de vergaderingen via MS Teams werden geïntroduceerd. Ik ga als notulist wel naar vergaderingen toe, met name van vaste klanten, maar ik vind het – in tegenstelling tot veel collega’s – niet het leukste onderdeel van het werk. De uren dat ik notulen uitwerk of tegenlees zijn voor mij veel fijner.”
Heb je het direct op je werk verteld?
“Ik werkte hier al ruim een jaar toen ik de diagnose kreeg en ik heb echt een tijdje getwijfeld of ik het wel of niet moest vertellen. Ik ken genoeg verhalen van mensen die niet aangenomen worden of ontslagen worden, zodra blijkt dat ze autistisch zijn. Uiteindelijk heb ik het toch gedaan. Het is een groot deel van wie ik ben en het voelde als liegen om het niet te vertellen. Ik heb er soms wakker van gelegen, maar de reacties waren alleen maar goed: ‘Dat verandert helemaal niks, hoor.’”
Zou het iets moeten veranderen in de samenwerking met collega’s als mensen weten dat je autist bent?
“In een ideale wereld niet. Dan zou autisme gewoon een variatie zijn binnen de diversiteit van mensen. Dan kun je aangeven ‘Ik vind dit lastig. Zou je daar rekening mee kunnen houden?’ Net als andere mensen andere dingen lastig vinden. Maar zover zijn we nog niet. Mensen gaan uit van de standaard, bijvoorbeeld dat mensen het fijn vinden om naar kantoor te komen, samen te lunchen en personeelsuitjes met elkaar te hebben. Voor mij geldt dat vaak niet. Daarom is het thuiswerken bij Emma Handson zo fijn.”
En die personeelsuitjes?
“Voordat ik wist van mijn diagnose, heb ik veel smoezen bedacht om maar niet mee te hoeven. Nu weet ik: ik kan ook gewoon zeggen dat het niet voor mij is, zeker niet in het weekend. Ik ben wel naar de nieuwjaarsbijeenkomst geweest, een deels zakelijke bijeenkomst. Juist door het informele stuk vond ik dat wel heel spannend en ik besloot daarom een knuffel mee te nemen. Veel autisten hebben iets voor een betere prikkelverwerking; stimmen, heet dat. Voor mij werkt het aaien van een knuffel goed. Ik koos voor een kleine knuffel die uit de zak van mijn kleding stak, als een soort accessoire. Ik vond het echt superfijn dat ik daarop alleen maar positieve reacties kreeg.”
Past het werken bij Emma Handson goed bij je?
“Zeker! Als notulist weet ik mijn planning ruim op tijd en dat vind ik heel fijn. Natuurlijk komen er vaak dingen tussen, maar als ik dat minimaal een dag van tevoren weet, kan ik daar wel mee omgaan. De coördinatoren houden daar rekening mee en ik kan altijd ‘nee’ zeggen op een vergaderverzoek als mijn week te druk wordt. Veel werk kan ik thuis doen en dat scheelt heel veel. Zoiets als met die knuffel, is een mooi voorbeeld van de sfeer hier. Ik ben me vaak hyperbewust van mezelf en zit heel veel in mijn hoofd. Het is fijn dat de collega’s er dan zo relaxed mee omgaan.”
Ik begrijp dat je ook betrokken bent geweest bij verbeteringen op het werk. Hoe zit dat?
“We hebben jaarlijks een evaluatiegesprek met de leidinggevende en moeten daarvoor een evaluatieformulier invullen. Dat vond ik heel lastig, omdat ik dingen vaak letterlijk neem. Als er bijvoorbeeld staat: ‘wat zijn je ambities?’ wil dat eigenlijk zeggen: ‘hoe houd je het werk voor jezelf leuk?’ Of je je nu wilt ontwikkelen of juist hetzelfde wil blijven doen, dat is allebei goed. Dat had ik hier dus nooit uit kunnen opmaken. Ik heb die duidelijkheid echt nodig, maar ook voor anderen is duidelijkheid fijn. De opmerkingen die ik hierbij ter verduidelijking heb gemaakt, zijn dan ook doorgevoerd in het evaluatieformulier voor de hele organisatie.”
Heb je nog tips voor andere werkgevers?
“Mensen hoeven niet ineens alles ‘goed’ te doen als ze weten hoe het voor mensen met autisme is. Dat kan ook niet, maar het is wel goed om je ervan bewust te zijn dat niet iedereen is zoals jij. Ik ben ervan overtuigd dat veel meer autisten aan het werk zouden kunnen als mensen met elkaar in gesprek zouden gaan over wat nodig en mogelijk is. Dat is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Bied die mogelijkheid om thuis te werken, vraag proactief wat mensen nodig hebben en bied duidelijkheid. Dat is niet alleen voor autisten fijn, maar voor veel meer mensen.”
Over Marije
In haar woonplaats is Marije initiatiefnemer van het neurocafé, een plek waar neurodivergente mensen – een parapluterm voor mensen met autisme, maar ook bijvoorbeeld mensen met ADHD of niet-aangeboren hersenletsel – zichzelf kunnen zijn en elkaar kunnen ontmoeten. Ze maakt zich graag sterk voor een inclusieve samenleving en vertelt in dat kader open over haar autisme.